De VVD-agenda voor Werkend Nederland roemt, bezingt en eert de middenklasse. Het woord komt welgeteld 106 keer voor en wordt te pas en te onpas ingezet om zowel het afschaffen van het toeslagenstelsel, als lagere lasten voor ondernemers te verantwoorden.
Wie al dit beleid bekijkt komt tot één conclusie: dit is slecht voor… de middenklasse.
En tóch is het politiek best handig gedaan.
In deze Rode Cijfers: waarom iedereen denkt tot de middenklasse te behoren en daarom tegen zijn eigen belang in wil gaan.
Iedereen denkt tot de middenklasse te behoren
Waarom werkt het zo goed om te pleiten voor de middenklasse? Twee redenen:
(1) bijna iedereen in Nederland denkt bij de middenklasse te horen en
(2) mensen geloven in opwaartse mobiliteit.
Om bij de eerste te beginnen. Gevraagd naar een inschatting van hun eigen rijkdom geeft een grote meerderheid 69% van de Nederlanders aan in de middelste 20% van de vermogensverdeling te zitten. Dat geldt voor Nederlanders met minder dan 20.000 euro vermogen, maar ook voor Nederlanders met een vermogen tussen 500.000 euro en een miljoen, en alles er tussenin.
Of je nou nauwelijks spaargeld hebt of bijna miljonair bent: je zal wel in het midden zitten. Dat maakt ons vatbaar voor de argumenten van de VVD.
De tweede reden dat middenklasse zo krachtig werkt als frame: mensen geloven in het bestaan van opwaartse mobiliteit, en dit geloof lijkt hoger te zijn in landen met meer ongelijkheid. De Nederlandse onderzoeker Jonathan Mijs ontdekte dat hogere niveau’s van de ongelijkheid samenhangen met het geloof dat succes of falen het gevolg is van hard werken (meritocratie). Ook als mensen nu nog niet rijk zijn, geloven ze dat dat kan veranderen in de toekomst.
Dit is problematisch, omdat het tegendeel waar is: hoe groter de ongelijkheid, hoe moeilijker om omhoog te klimmen.
Zo tapt de VVD in op een valse belofte: je bent nu nog niet rijk, maar als we de rijken rijker maken dan profiteer jij daar ook van wanneer je eenmaal rijk bent.
De meeste mensen onderschatten de ongelijkheid
Daar komt bij dat mensen de ongelijkheid verkeerd inschatten. Uit onderzoek blijkt dat mensen vinden dat de rijkste 20% over zo’n 25% van het vermogen zou moeten beschikken. Ze denken dat die groep 46% bezit, terwijl het in de praktijk 72% is.
Tussen wat we willen, wat we denken en de praktijk zit een gapend gat.
Meer ongelijkheid is materieel slecht voor de middenklasse
De VVD agenda leidt tot meer inkomens- en vermogensongelijkheid en lagere lasten voor ondernemers en vermogenden. Dit is materieel gezien per definitie niet goed voor de middenklasse. Omdat rijkdom zo geconcentreerd is hebben verreweg de meeste mensen simpelweg baat bij meer gelijkheid. Andersom: meer ongelijkheid zorgt er dus voor de meeste mensen verliezen.
Zelfs als je het eigen woning vermogen (bezit min schulden) bekijkt, is nog steeds meer dan de helft van het vermogen (75%) in handen van de bovenste 50%.
Conclusie
Doordat mensen geloven dat ze in het midden van de verdeling zitten en de ongelijkheid onderschatten is het makkelijk te doen geloven dat meer ongelijkheid goed is. De praktijk: meer ongelijkheid zet de meesten simpelweg verder op achterstand.
En verder deze week...
Merijn Oudenampsen schreef een scherp stuk over de VVD agenda “een aanval op de verzorgingsstaat, gepresenteerd als de verdediging daarvan”.
Marija Bartl pleit voor meer gedeelde welvaart en doet voorstellen voor hoe dat verankerd kan worden in haar laatste boek. Martijn van der Linden schreef een goede samenvattende recensie in ESB.
Deze voorjaarsnota komt het conflict over begrotingsbeleid (bezuinigen of niet) tot een apotheose. Coen van de Ven duidt wat er op het spel staat.
Tot slot: een beetje vreemd, maar wel lekker
Hoe voel jij de inflatie?
Vond je dit nou een leuke nieuwsbrief? Geef ons een like, en stuur hem door naar anderen die mogelijk ook interesse hebben!
Heb je ideeen voor onderwerpen om te bespreken? Reacties? Mail ons!