Het is geen nieuwe kritiek op de PVV-VVD-NSC-BBB-coalitie: achter de ronkende teksten over het belang van hardwerkende Nederlanders en bestaanszekerheid zitten vooral forse lastenverlichtingen voor het bedrijfsleven.
Met name de VVD doet er bij monde van fractievoorzitter Dilan Yesilgöz de laatste dagen alles aan deze keuzes te verdedigen. De argumentatie is bekend en klinkt (in verschillende variaties op het thema) als volgt: alleen succesvolle bedrijven zorgen voor banen en belastingafdracht. Laten we ondernemingen dus helpen, dan profiteert iedereen.
We weten dat dit niet klopt. Desalniettemin was het onverwachts dat zelfs de Miljoenennota van Yesilgöz haar eígen coalitie keurig meldt wat er schort aan haar redenering.
Hoe zit het?
Geen hoger minimumloon, geen hogere uitkeringen, geen verdere maatregelen voor baanzekerheid: het regeerprogramma heeft voor het onderwerp bestaanszekerheid vooral teksten zonder daden. Maar wie een concrete opsomming van maatregelen wil zien doet er goed aan door te bladeren naar hoofdstuk 10: plannen ten behoeve van het bedrijfsleven.
De coalitie stelt dat ondernemingen weer ademruimte moeten krijgen. In het regeerprogramma is zelfs te vinden dat ‘ondernemen [weer] moet lonen’. Het beeld dat deze coalitie creëert is helder: na verstikkende jaren van linksig beleid is het tijd om bedrijven weer alle ruimte te geven. De partijen voegen de daad bij het woord door voor meerdere miljarden aan belastingkortingen uit te delen (o.a. terugdraaien belasting op inkoop eigen aandelen, terugdraaien van de verlaging van de MKB-winstvrijstelling, verlagen van de renteaftrekbeperking vpb).
Maar gaat het dan zo slecht met Nederlandse bedrijven? Opvallend genoeg betoogt het kabinet in haar eigen Miljoenennota het tegenovergestelde.
Op pagina 23 zijn twee grafieken te vinden die laten zien dat de bedrijfswinsten (winstquote) de afgelopen jaren historisch hoog(!) waren terwijl het aandeel van de lonen (arbeidsinkomensquote) zich op een schrikbarend dieptepunt bevindt. Anders gezegd: het ging nog nooit zó goed met ondernemingen, al gaat dat wel ten koste van werkenden.
Een pagina daarvoor legt het kabinet ook uit hoe dat komt: de lonen bleven de afgelopen jaren achter bij de forse prijsstijgingen en moeten nog verder stijgen om weer op het koopkrachtniveau van 2021 te komen.
Volgens wederom dezelfde Miljoenennota gold dit voor bedrijven niet: die hebben ‘hogere kosten grotendeels doorberekend aan hun klanten. Dit leidt tot…gelijkblijvende of hogere winsten’.
Hier kent de Van Dale sinds 2023 een woord voor: graaiflatie.
De Miljoenennota somt dus keurig op waarom het met bedrijven beter gaat dan ooit, ondanks (of eigenlijk dankzij), de inflatie die gewone gezinnen keihard raakte.
En toch moet, Dilan Yesilgöz weet het zeker, ondernemen meer lonen.
Waarom is dat relevant?
De redenering dat we hardwerkende Nederlanders vooral helpen door voordelen te geven aan het bedrijfsleven is niet nieuw. ‘Wat goed is voor een enkeling, is eigenlijk goed voor iedereen’ zagen we hier en elders al vanaf de jaren ‘80. Het leverde weinig op. Of nou ja, het leverde best wat op:
Minder economische groei
Minder productiviteit
Meer ongelijkheid
Meer onzekere arbeidscontracten
Hardnekkige armoede
Maakt de VVD de geesten rijp voor een nieuwe ronde aantoonbaar slecht economisch beleid?
En verder deze week...
Uit een vergelijking tussen de plannen uit het hoofdlijnenakkoord en de definitieve Prinsjesdagstukken blijkt dat de koopkracht door de nieuwe plannen minder stijgt dan eerder berekend. En dat geldt vooral voor de laagste inkomens.
EenVandaag concludeert op basis van een eerste peiling van een aantal beleidsmaatregelen dat mensen het gevoel hebben dat de nieuwe plannen vooral rijke mensen helpen, toch stijgt het vertrouwen onder middelbaar- en laagopgeleiden in het kabinet.
Een grote overzichtsstudie concludeert dat het verhogen van het minimumloon echt maar een klein (tot geen) effect heeft op de werkgelegenheid (zie ook de post van Robert Dur).
Tot slot: een beetje vreemd, maar wel lekker (de kliekjes uit onze Slack-kanalen)
Als je inflatie even negeert zijn we inderdaad allemaal veel rijker geworden. Helaas doet het bonnetje bij de supermarkt dat niet.